We leven in een wereld van pijn en verdriet en mensen stellen vragen over het waarom van dit alles.
Er word veel pijn en verdriet veroorzaakt. Mensen zoeken antwoorden op fundamentele vragen.
Vragen zoals bovenstaande.
We kijken dan naar woorden zoals:
Gen 1:31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.
Alles in de schepping was perfect. Met de zesde dag werd alles compleet en goed. Alles was perfect. God had een hof van Eden geschapen voor de mens om daar te wonen.
Geschapen door God, voor de mens.
God heeft het allemaal heel goed en mooi gemaakt. God heeft ervoor gezorgd dat de mens op een mooie, schone en geweldloze aarde kon wonen. Een perfecte aarde, zonder dood, zonder ziekte, zonder ellende, zonder zorgen etc.
God heeft ervoor gezorgd dat de mens in een volle relatie met Hem kon leven.
Maar de mens zelf heeft dit kapot gemaakt, kapot gemaakt door de zonde.
Gen 2:15 Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren.
Gen 2:16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten;
Gen 2:17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.
De mens kreeg een opdracht, een simpele opdracht.
Van alle bomen mochten ze eten, maar van één boom mochten ze niet eten.
Ten dage dat ze daarvan zouden eten, zouden ze de dood sterven.
En dat is ook gebeurd. De mens at en de mens stierf en heeft zich bedolven onder pijn, verdriet en de dood. Fysiek en geestelijk.
Gen 3:13 En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij bedrogen, en ik heb gegeten.
Gen 3:14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.
Gen 3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
Gen 3:16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.
Gen 3:17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens.
Gen 3:18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten.
Gen 3:19 In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.
De gevolgen van de zondeval waren vele:
A. De slang was vervloekt en zou voortaan op zijn buik gaan.
B. God zou vermenigvuldigen de smart van de vrouw.
-Met smart zou zij kinderen baren.
-Tot haar man zou haar begeerte uitgaan.
-De man zou heerschappij over haar voeren.
C. Het aardrijk was vervloekt.
-Met smart zou hij daarvan eten.
-De aarde zou doornen en distelen voortbrengen.
-Het kruid des velds zouden ze eten.
-In het zweet des aanschijns zou brood gegeten worden.
Voor ze zondeval kende de vrouw geen pijn in het krijgen van kinderen.
Voor de zondeval was de vrouw gelijk aan de man.
Voor de zondeval was de aarde perfect, geen doornen, geen distelen. Maar vanaf de zondeval kwamen deze dingen over hen.
Voor de zondeval was er geen zweet bij het bewerken van de aarde, na de zondeval wel.
Verdere gevolgen van de zondeval.
Rom 5:12 Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.
NBG vertaling:
12 Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben;
Telos:
12 Daarom, zoals door een mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan, doordat allen gezondigd hebben.
We zien door dit alles dat alle mensen hebben gezondigd en dat daardoor de dood tot alle mensen is doorgegaan.
We zien dit verder in:
Dus "alle mensen" zondigen en daarom komt de dood tot alle mensen.
Het leerstuk wat veel religieuze groepen leren dat mensen zondaars zijn bij conceptie klopt niet. God leert ons dat mensen zondaars worden, niet zijn.
De mens is in donkerheid gekomen.
Er is een scheiding gekomen tussen God en de mens. De mens die zonder God leeft heeft geen leven. Levend zijn deze mensen dood.
In deze doodstaat doen ze allemaal zonde en hebben daarin geen gemeenschap met God.
Rom 1:21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
Rom 1:22 Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden.
Door de zonde is de mens in donkerheid gekomen. Een ieder draagt daar de gevolgen van.
Deze donkerheid laat niet alleen zien dat we in zonde zijn.
Maar deze donkerheid laat ook zien dat we geen goed leven kunnen leiden.
Efeze 4:17 Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.
Efeze 4:18 Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten;
Efeze 4:19 Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
heidenen worden hier beschreven als zijnde:
Vergelijk ook Romeinen 1: 18- 32
Door hun scheiding van God leven ze in het donker en leven ze een leven van zonde, en door de zonde de pijn en het verdriet.
Alleen waar gezondigd word komt pijn.
Waar in liefde voor elkaar geleefd word is geen pijn. Daarom worden Christenen aangespoord om te wandelen in de volmaakte wet van de liefde.
Deze wet brengt vreugde en blijdschap.
Maar hier houd het niet op.
De mens kan veranderen. De mens kan naar God gaan, de mens kan zijn relatie met God herstellen.
kan van ons nieuwe mensen maken.
Efeze 4:23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
Efeze 4:24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Deze nieuwe mens is dan geschapen naar het beeld van God.
Als mensen dan gaan leven voor God kan God weer in hen leggen waarheid, licht en leven.
Dit leven is dan een leven van vrede, blijdschap en liefde.